top of page
Zoeken
  • Harry Pape-Luijten

Oog in oog met het verleden


Bron: gemeente Nijmegen

Een bijzondere vracht Het gebeurt niet vaak dat een enorm kunstwerk van een slordige 4000 kilo een mooie boottocht over de Waal maakt. Dat het kunstwerk in kwestie een zes meter hoge uitvergroting is van een spectaculaire Romeinse vondst is al helemaal uniek. Gisteren, 8 april 2020, zakte een boot met daarop ‘Het Gezicht van Nijmegen’ als bijzondere vracht de rivier af van Millingen aan de Rijn naar het eiland Veur-Lent. Op deze tijdelijke locatie tussen Nijmegen en Lent, tussen Waal en Spiegelwaal, pronkt nu een blow-up versie van het beroemde Romeinse ruitermasker. In zekere zin is het een thuiskomst, want het origineel zou rond 1915 zijn opgebaggerd uit de Waal, dicht bij de zuidelijke oever ten westen van de spoorbrug, om in datzelfde jaar door de verzamelaar Gerard Marius Kam te worden aangekocht. Tegenwoordig vormt het masker één van de pronkstukken in de collectie van Museum het Valkhof. Op een gegeven moment zal Nijmegen’s nieuwste kunstwerk nog een keer de biezen pakken, om definitief positie op te nemen nabij de oorspronkelijke vondstlocatie van zijn kleine broertje. Tot die tijd doet het masker haar naam eer aan, want het fungeert letterlijk en figuurlijk als uitkijkpunt op ‘de oudste stad van Nederland’. Kunstenaar Andreas Hetfeld, die het opmerkelijke object creëerde uit gelaste stukken staal, een vulling van purschuim en een laag polyester, naar aanleiding van een gewonnen prijsvraag, ontwierp met opzet een interactief kunstwerk: mensen kunnen door de ogen van het masker zicht hebben op Nijmegen. Met recht dus oog in oog met het verleden! Het masker is voor Nijmegen een iconische Romeinse vondst, dus het was een ideale keuze om er een bijzonder kunstwerk van te maken. Maar waar werd het origineel eigenlijk voor gebruikt? En is het uniek, of zit er iets van een traditie achter? Wij doken er even voor jullie in.

Vijand in het vizier Een aanwijzing voor de functie is al te zien in het scharnier boven de neus, dat trouw is uitvergroot in ‘Het Gezicht van Nijmegen’. Dit scharnier impliceert dat het onderste deel van het masker naar boven geklapt kan worden. Het zal je dan ook niet verwonderen dat dit soort maskers ook wel viziermaskers worden genoemd, want het doet sterk denken aan de helmen van middeleeuwse ridders. Menig film laat zien hoe een strijdlustige krijger van zijn paard wordt gekieperd en vervolgens even zijn vizier omhoog doet, zodat hij even verontwaardigd kan staren naar de onverlaat die hem ter aarde deed storten. Wellicht niet de meest tactische zet op een slagveld waar projectielen je om de oren kunnen vliegen, maar the rule of cool dient geëerbiedigd te worden. Of een dergelijke episode de eigenaar van het prachtige viziermasker uit de Waal ook ten deel is gevallen is onbekend, maar aangenomen wordt dat het wel degelijk in de tweede helft van de 1e eeuw na Chr. door een Romeins ruiter werd gebruikt en dat soortgelijke gezichtsbepantsering tot de uitrusting behoorde van de cavalerie. Of ze ook tijdens de strijd werden gedragen, of alleen tijdens processies of andere pronkgelegenheden is onbekend, maar het is op zich stevig en praktisch genoeg om niet louter decoratief te hoeven zijn geweest. Vaak wordt gedacht dat het presenteren van een kil, stoïcijns gezicht bij wijze van psychologische oorlogsvoering de vijand schrik zou kunnen hebben aangejaagd. Romeinen die op je af kwamen stormen was al erg genoeg, maar dat ze er uit zagen als onverbiddelijke Terminators zal het gevoel inderdaad niet verbeterd hebben. De tand des tijds De kleurstelling van het masker, door Andreas Hetfeld nauwkeurig nagemaakt in het enorme kunstwerk, is overigens het gevolg van zowel materiaalgebruik als de tand des tijds. Oorspronkelijk bestond het masker uit ijzer, waarop verzilverd messing was aangebracht en op sommige plekken - de lippen, de randen van de oogleden, de twee sierranden van de voorhoofdsband en de kleding en haren van de figuurtjes daarin - is sprake van vergulding. Door corrosie is het ijzer goeddeels vergaan en door degradatie van de verzilvering is het onderliggende messing weer zichtbaar geworden. Je moet het oorspronkelijke masker dus eigenlijk in blinkend zilver voorstellen. Als je je afvraagt hoe dit masker nou eigenlijk functioneel zou moeten zijn, dan zal dat vooral komen omdat niet alle onderdelen er meer aan zitten. Van origine zal de ijzeren helmkap, waarvan alleen de versierde voorhoofdsband resteert, natuurlijk aanzienlijk groter zijn geweest. De verbinding tussen masker en helm zal destijds met een leren riem over de nekbeschermer zijn verzorgd, waarvan nu alleen de klinknagels onder oren nog aan doen herinneren.


Foto: Omroep Gelderland

Masker te water Om op de eerdere vraag terug te komen, het viziermasker dat omstreeks 1915 uit de Waal werd gevist is weliswaar iconisch, maar niet uniek. Een vergelijkbaar object is het zogenaamde ‘Gordon masker’ dat in het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) te Leiden ligt, alwaar het werd gevonden tijdens onderzoek voorafgaand aan de bouw van de wijk Roomburg. De ogenschijnlijk gekke naam verwijst naar een toch best redelijke gelijkenis met een zekere zanger en tv-persoonlijkheid… zoek maar eens op! Ook uit het Utrechtse Vechten kennen we een bronzen viziermasker en de Waal bij Nijmegen heeft notabene in de jaren '30 van de vorige eeuw nog een tweede masker opgeleverd, dat uit dezelfde periode stamt als ‘Het Gezicht op Nijmegen’. Er zijn tot nu toe ongeveer honderd van deze viziermaskers teruggevonden in de grensgebieden van het Romeinse Rijk, of in graven verspreid over het enorme territorium dat de Romeinen onder controle hadden. Goede verklaringen daarvoor zijn dat ruitereenheden vaak uitgezonden werden naar de verste uithoeken van het rijk, maar ook dat ruiters na diensttijd terugkeerden naar hun geboortestreek en daar werden begraven met de uitrustingstukken die hen zou trouw hadden gediend bij leven. Waarom vinden we dan maskers in de rivier terug? Werden ze om de zoveel tijd verloren? Dat kan natuurlijk, maar het is ook nog een mogelijkheid dat sommige exemplaren met opzet werden toevertrouwd aan het wassende water. Het moedwillig deponeren van vooral metalen wapenen (waar we deze maskers toch ook echt toe mogen rekenen) in ‘natte context’ zoals een rivier of moeras gaat terug tot de Bronstijd en kan bijvoorbeeld als offer aan de goden worden gezien. Je zou echter ook, in het geval van ons viziermasker, kunnen voorstellen dat je met zo’n actie permanent afstand deed van je rol als soldaat door je ‘oorlogsgezicht’ weg te gooien. Wie weet? Tot besluit Het viziermasker dat in Het Valkhof te bewonderen is (nu even digitaal, hopelijk te zijner tijd weer in het echt) is een prachtig staaltje vakmanschap, dat met recht is getransformeerd tot het even zo vaardige kunstwerk dat nu uitkijkt over Nijmegen – al dan niet van een beduidend ander formaat. Wij gaan er op een gegeven moment zeker een kijkje nemen, of beter gezegd, een kijkje door nemen. Voor nu nemen we je graag nog even op afstand mee naar Veur-Lent, in beweging met dank aan De Gelderlander en in stilstaand beeld door de lens van fotograaf Ger Neijenhuyzen. Tot de volgende keer!



331 weergaven1 opmerking

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page