top of page
Zoeken
  • Harry Pape-Luijten

Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed: Europese routes


Inleiding

Een jaar nadat ik geboren werd, kwam er een iconische film uit, die met een welhaast even iconische quote eindigde:

“Roads? Where we’re going, we don’t need roads.”

– Emmett ‘Doc’ Brown in Back to the Future (1985) –

Nee, toegegeven: als je beschikt over een DeLorean DMC-12 met een nucleaire reactor die loopt op plutonium (niet bepaald je standaard aandrijving, maar daar haal je dan ook geen 1,21 gigawatt aan vermogen mee) die en passant ook blijkt te kunnen vliegen, dan zijn wegen vrij overbodig. Uiteraard is het heel leuk om nu, 33 jaar na dato, te beseffen dat de verre toekomst waar Marty McFly en Doc naartoe gaan 2015 is – drie jaren geleden. En hoe geweldig het ook zou zijn om een Mr. Fusion in huis te hebben, die afval omzet in energie, of een manier te hebben om de snelwegfiles van vandaag de dag geschiedenis te laten worden… het is duidelijk dat sommige voorspelde vooruitgangen nog geen bewaarheid zijn geworden.

Maar goed, u vraagt zich nu ongetwijfeld af wat dit alles te maken heeft met het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed? Welnu, simpel: waar wij naartoe gaan vandaag, namelijk terug naar het verleden, hebben we wel degelijk wegen. En dat is op zichzelf eigenlijk wonderlijker dan het niet nodig hebben van wegen in de toekomst. Voor het erfgoedthema van deze maand reizen we terug naar de Romeinse Tijd!

  • Januari: Creativiteit vanuit traditie

  • Februari: Duurzaam vakmanschap

  • Maart: Water

  • April: Gemaakt landschap

  • Mei: Europese routes

  • Juni: Verdedigingslinies

  • Juli: Erfgoed is van ons allemaal

  • Augustus: Landgoederen en buitenplaatsen

  • September: Beladen erfgoed

  • Oktober: Opgegraven geschiedenis

  • November: Religieus verleden

  • December: Grenzeloos erfgoed

Hun tijd ver vooruit

Ik kan nu een hele hoop clichés gaan verwerken in dit stuk, waaronder over hoe de Romeinen hun tijd ver vooruit waren, maar feit blijft dat een cliché altijd een kern van waarheid bezit. In het geval van de Romeinen is dat ook zeker het geval, want vooral als we het hebben over de schaal van hun ambities en de kracht van hun organisatie, dan heeft het inderdaad heel lang geduurd voordat we weer op dat niveau waren aanbeland. Een heel mooi voorbeeld daarvan, met veel zeggingskracht, is te vinden in een citaat uit het boek Romeinse wegen in Nederland (zie de literatuuropgave aan het eind van deze bijdrage):

“Pas halverwege de negentiende eeuw had het wegennetwerk in Europa weer een vergelijkbare omvang als in de Romeinse tijd.”

Laat dat even bezinken.

We hebben het dus over een periode die een slordige tweeduizend jaren geleden is, waarin een enkel regeringssysteem beschikte over een wegennetwerk dat Europa met elkaar verbond. Hoewel de Inca’s in Zuid-Amerika een eigen huzarenstukje uithaalden in de overgang van de Late Middeleeuwen naar de Nieuwe Tijd, is de aanleg en het onderhoud van infrastructuur in onze Oude Wereld pas weer grootschalig en systematisch aangepakt sinds Napoleon in 1811 het rijkswegennet realiseerde.

Hoe weten wij welke routes de Romeinen in Europa en in ons eigen land onderhielden? Wellicht de bekendse bron is de zogenaamde Tabula Peutingeriana, oftewel de Peutingerkaart (zie de afbeelding hieronder). Deze 13e-eeuwse kopie van een Romeinse kaart uit de 4eeeuw na Chr. was bedoeld om meegenomen te worden op reis – getuige de bijzondere afmetingen van 6,75 lengte en 34 cm hoogte: hij kon opgerold worden. De makers hadden het wel te stellen met dit formaat, want door de beperkte ruimte zijn er wat cartografische foutjes ingeslopen (zoals Parijzenaren die opeens in Xanten leven) en die zijn door eeuwenlang kopiëren er niet beter op geworden, maar de Peutingerkaart blijft een uniek document dat ons veel inzicht verschaft in het Romeinse (water)wegennet. De andere twee bekende bronnen zijn de Itinerarium Antonini (Reisboek van Antoninus) en de Cosmographia Ravennatis (Kosmografie van Ravenna). Laatstgenoemde is samen met de Peutingerkaart afgeleid van een ons onbekende voorganger, maar die voorganger is samen met het Reisboek van Antoninus weer afgeleid van een gezamenlijke bron. Alle overgeleverde kaarten zijn daarmee uiteindelijk terug te herleiden tot de wereldkaart van Agrippa: een nu verdwenen kaart van vlak voor het begin van de jaartelling, die op een muur in Rome was afgebeeld en de destijds bekende wereld zo natuurgetrouw mogelijk weergaf.

Reizen langs de limes

Het is bijna ondoenlijk om het over de Romeinse Tijd te hebben in Nederland en omstreken en daarbij niet de limes te noemen. De bewaakte rijksgrens was eigenlijk alleen maar in stand te houden door de uitgebreide infrastructuur die de verschillende steden, legerkampen, forten en wachttorens met elkaar verbond. Natuurlijk speelde de Rijn daarbij een grote rol, maar transport over land was ook mogelijk via de zogenaamde limesweg. Je zou zeggen dat, met alle archeologische onderzoeken die de afgelopen decennia hebben plaatsgevonden en de steeds groter wordende belangstelling waarin de limes zich mag verheugen, dat het tracé van die limesweg onderhand wel bekend is. Dit blijkt echter nog niet zo makkelijk te zijn als je zou denken.

Inderdaad, in West-Nederland hebben we op meerdere plekken sporen van de limesweg aangetroffen, of van secundaire routes, waaronder een tweede ‘snelweg’ ten zuiden van de limesweg en ‘N-wegen’ zoals die tussen Naaldwijk en Leiden die op de limesweg aansloten. In Gelderland daarentegen heeft de Rijn door het verleggen van haar loop veel meer relicten opgeruimd dan in het westen van ons land het geval is, waardoor de limesweg tot nu toe alleen in Arnhem-Meinerswijk en bij Elst is aangetoond. De vondst bij het Overbetuwse Elst had nog een fraaie reconstructie tot gevolg, eigentijds uitgevoerd in o.a. cortenstaal (zie de afbeelding hieronder). In Kesteren en Huissen zijn wel aanwijzingen gevonden, maar zij zijn nog niet overtuigend genoeg als bewijs. Hoe makkelijk hebben we het daarentegen nog verder oostelijk in Duitsland, waar toponiemen als Alte Heerstrasse, Alte Bahn, Heerstrasse en Römerstrasse tussen Wyler en Kleve ondubbelzinnig hun herkomst laten zien.

Eenheid in verscheidenheid

De Romeinen staan bekend om hun strakke en degelijke – sommigen zouden zeggen rechtlijnige – aanpak, daar waar het op engineering aan komt. Wellicht ontstaat daardoor ook het beeld dat alle Romeinse wegen gestandaardiseerd zouden zijn. Dat is echter ver bezijden de waarheid, want de ene weg was in de Romeinse Tijd zeker niet de andere. Wat al die wegen echter wel gemeenschappelijk hadden, was dat ze volledig aangepast waren aan hun omgeving en dat uitte zich in vele verschijningsvormen. Dat geldt zowel voor de breedte – variaties tussen 3 en 15 meter zijn bekend – als voor de opbouw. De prachtig geplaveide wegen die we kennen uit plaatsen als Ostia in het Romeinse hartland waren eerder uitzondering dan regel: een dergelijke uitvoering was alleen mogelijk op locaties waar natuursteen in aanzienlijke hoeveelheden voor het oprapen lag. In zand-, veen- en kleigronden – oftewel, in Nederland – kenmerken vele (restanten van) wegen zich door grindverharding, wat we tijdens archeologisch onderzoek als grindbanen of -lagen terug kunnen vinden. Maar ook een aardebaan, een houten beschoeiing of bekisting, of een brugconstructie zijn bekend uit onderzoek bij Leidsche Rijn. Romeinse bouwmeesters lieten zich in geen geval tegenhouden door slappe grond, bergen, of andere obstakels: tunnels, dijken, bruggen en een scala aan opbouwvormen zorgde ervoor dat de wegen zo recht als men wilde aangelegd konden worden.

Rare jongens, die Romeinen? Knappe jongens eerder!

De weg naar morgen

In ons dagelijks werk als archeologisch adviseurs zijn wij vaker met wegen bezig dan je zou denken – zowel die van vroeger als die van de toekomst – en dat is voor ons eigenlijk ook wel een leuk inzicht. Zo werken wij geregeld voor de provincie Gelderland aan de voorbereiding van de aanleg van nieuwe (rond)wegen en hopen we in Wijk bij Duurstede bij elk nieuw onderzoek dat we begeleiden de limesweg eindelijk aan te treffen (we dachten even dat het raak was deze maand… maar zeker weten we het nog steeds niet). Het blijft in elk geval een wonderlijk onderwerp om je mee bezig te houden: de verplaatsing van mens, dier en machine middels verbindingen van toen en nu. Mooi!

Wil je meer weten over Romeinse wegen, in ons land en een beetje buiten de grenzen? Ons favoriete overzichtswerk kreeg ik cadeau van mijn schoonouders en is de aanschaf meer dan waard:

Dijk, X. van, M. Dolmans, P. Franzen, E. Graafstal, P. van der Heijden, K. Jeneson, W. Luys, S. van Roode, W. Vos & A. Waasdorp, 2016. Romeinse wegen in Nederland. Utrecht.

Dank voor het lezen en tot de volgende maand!

50 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page