top of page
Zoeken
  • Harry Pape-Luijten

Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed: duurzaam vakmanschap


Inleiding

Sommigen van jullie waren er al van op de hoogte, maar voor anderen zal het een nieuwtje zijn: Rubicon Erfgoed gaat verhuizen! Vanaf 1 maart 2018 – morgen dus – zijn zowel wij als ons bedrijf in het Gelderse Rheden te vinden, prachtig gelegen tussen Veluwezoom en IJssel. De bijdrage van vandaag, in het kader van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed, is wat ons betreft dan ook helemaal in lijn met ‘werk aan de woning’:

  • Januari: Creativiteit vanuit traditie

  • Februari: Duurzaam vakmanschap

  • Maart: Water

  • April: Gemaakt landschap

  • Mei: Europese routes

  • Juni: Verdedigingslinies

  • Juli: Erfgoed is van ons allemaal

  • Augustus: Landgoederen en buitenplaatsen

  • September: Beladen erfgoed

  • Oktober: Opgegraven geschiedenis

  • November: Religieus verleden

  • December: Grenzeloos erfgoed

Jawel, duurzaam vakmanschap! We durven te stellen dat de mensen van wie wij ons huis hebben gekocht hier duidelijk blijk van hebben gegeven, want er is in de afgelopen tien jaar al veel aan gebeurd – met oog voor detail en liefde voor structuur en materiaal. Dat de woning zelf uit het einde van de jaren ’20 van de vorige eeuw dateert en daarmee door haar bijna 90-jarig bestaan zelf ook een stukje erfgoed genoemd mag worden, is natuurlijk ook passend in het thema van deze maand.

Maar wat kunnen we echt leren van het verleden als het op woningbouw en duurzaam vakmanschap aankomt? Ik verdiepte mij even in de inspirerende inspanningen van een medestudent uit Groningen en een oud-collega uit mijn tijd in Woerden. Lees vooral verder!

Van Fries zodenhuis naar Schotse expertise

Op de website van het Europees jaar wordt het thema van februari als volgt toegelicht: “De instandhouding van ons Europese erfgoed vraagt om gespecialiseerd ambachtelijk vakmanschap. Het is daarom belangrijk dat de belangstelling voor erfgoed gepaard gaat met het voortbestaan van kennis over oude technieken en historische materialen.”

Als iemand deze gedachte ter harte heeft genomen, als sinds onze gezamenlijke studie aan de Rijksuniversiteit Groningen, dan is het Daniël Postma wel. In 2012 nam hij het voortouw in een bijzondere onderneming, toen het Groninger Instituut voor Archeologie (GIA) van de RuG en het Yeb Hettinga Museum in Firdgum een reconstructie van een Fries zodenhuis realiseerden als wetenschappelijk experiment naar oude bouwwijzen. In het terpengebied van Friesland en Groningen werden tijdens de Middeleeuwen namelijk vaak graszoden gebruikt in de bouw van boerderijen. Aangezien hout veel vaker wordt teruggevonden tijdens archeologisch onderzoek, draaien de meeste reconstructies van (pre)historische boerderijen en onderzoek naar oude bouwwijzen daarom. Firdgum laat ons zien dat het ook anders is geweest. Na het gedeeltelijk instorten van het gebouw door een zeer heftige regenbui werd het zodenhuis in 2015, na een kleine ontwerpaanpassing, opnieuw geopend. Het pand is onder coördinatie van Daniël geheel gebouwd door lokale vrijwilligers, die de eersten waren die zich na bijna duizend jaar weer met de ‘Oud-Friese’ zodenbouw hebben beziggehouden en daardoor nu over belangrijke praktijkervaring voor herstelwerk beschikken. De foto iets verder hieronder, gemaakt door F. de Vries (Toonbeeld), laat het huis in haar prachtige omgeving zien.

Na het publiceren van een boek over het zodenhuis in Firdgum heeft Daniël niet stilgezeten. Hij is ondernemer geworden en is de trotse eigenaar van Archaeo Build, een onderzoeks- en adviesbureau dat zich onder andere bezighoudt met reconstructie van archeologische bouwwerken, ontwikkeling van cultuurhistorische duurzame nieuwbouw, het delen van vaardigheden in oude bouwtechnieken en moderne onderzoeksmethoden en de publicatie van nieuwe inzichten in vroegere bouwtradities. Ook waagt Daniël zich aan bouwkundige experimenten en moderne archeologische ecobouw, zelfstandig of in samenwerking met onderzoekers, constructeurs, architecten en particulieren.

En daar eindigt Daniëls zoektocht naar ervaring met duurzaam vakmanschap niet, want sinds kort is hij ook bezig met een opleiding technische conservering in de Engine Shed van Historic Environment Scotland (HES), gevestigd in het Schotse Stirling. Op de Facebookpagina van Archaeo Build houdt Daniël ons op de hoogte van de nieuwe inzichten die hij opdoet over de bouwwijzen van vroeger en hun mogelijke toepassingen in gebouwen van heden en toekomst door heel Europa.

Een woning die ademt en een link tussen Limburg en Rome

Toen ik bij The Missing Link in Woerden werkte jaren geleden, was Loes Janssen een altijd vrolijke en gewaardeerde collega. Nu we ieder ons weegs zijn gegaan is het leuk om in de zoveel tijd eens te kijken hoe de ander het maakt. Zo kwam ik er op een gegeven moment achter dat Loes met haar man en kinderen een wel heel bijzonder bouwexperiment is aangegaan. Terugverhuisd naar Weert zochten ze de perfecte woning, maar uiteindelijk bleek dat het gezin dat pand het beste zelf kon gaan bouwen. In de nieuwbouwwijk Laarveld verrijst dan ook het eerste kalkhennep huis van Limburg.

De woning van Loes heeft een houtskelet, maar specifiek voor de buitenmuren koos het gezin voor het materiaal kalkhennep, ook welk bekend als hennepbeton. Ik kende het niet, maar eigenlijk is het een natuurlijk beton, bestaande uit zuivere kalk, gehakselde stukjes hennephout en water. Het doel was om de muren van de woning te laten ademen, door ze te voorzien van een “Gore-Tex jas”, zoals Loes dat zo mooi omschreef. Naast een goede isolatie door de vele gaatjes in het hennephout, zorgt kalkhennep voor een constante temperatuur en luchtvochtigheid in huis doordat de muren vocht opnemen en weer afstaan. Het gebruik van kalkhennep zorgt er tevens voor dat het huis CO2 opneemt in plaats van uitstoot. Tot slot kunnen de restanten van de buitenmuren bij eventuele sloop in de toekomst bij wijze van spreken over het land worden uitgestrooid. Veel duurzamer dan dat wordt het niet!

Het gezin van Loes haalde deels haar inspiratie uit Romeinse bouwtechnieken: Vitruvius, een beroemd architect uit de 1e eeuw voor Christus wiens principes we vandaag de dag nog steeds gebruiken in architectuurtheorie, schreef al over voorgangers van kalkhennep en andere bouwmaterialen. Het is wonderlijk om te zien hoe de inzichten en het vakmanschap uit de Romeinse Tijd op dit moment in Limburg, enkele andere delen van Nederland en elders in Europa opnieuw worden toegepast. Loes, haar man en haar kinderen lieten vorig jaar ook zien dat duurzaamheid verder gaat dan alleen het vakmanschap, net als Daniël dat deed met de vrijwilligers voor de bouw van het zodenhuis: tijdens Hemelvaart organiseerde het gezin van Loes een evenement voor de lokale omgeving om mee te bouwen aan hun woning van kalkhennep. Een duurzame samenleving in het klein! En wie het kleine niet eert, is het grote niet… juist, met een hoofdletter W en een t op het einde in dit geval.

Bedankt voor het lezen en tot binnenkort, vanuit Rheden!

31 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page