- Harry Pape-Luijten
Lopen langs linies: recreatief marcheren

Inleiding
Dat ons land bekend staat om haar bijzondere cultuurlandschappen die samenhangen met de strijd tegen het water, zal misschien weinig mensen verwonderen. Immers, vanaf het moment dat de mens steeds meer grip kreeg op de waterhuishouding en deze alsmaar verder naar haar hand wist te zetten – denk aan de grote veenontginningen in de Middeleeuwen, het temmen van zee en rivieren met immer uitbreidende dijksystemen en de illustere Deltawerken – veranderde Nederland steeds meer in een daad van menselijk verzet tegen het wassende water, gevat in vernuftige landschapselementen. De invloed van grondwater, tij, hoogwater en springvloed werd genormaliseerd, geleid en aan banden gelegd. Maar het zou een grote fout zijn om te denken dat wij altijd enkel tégen het water hebben gevochten. Laat het maar aan de Nederlanders over om de rollen om te draaien en hun eeuwige tegenstander tevens in te zetten als wapen en afschrikkingsmechanisme versus vijanden van vlees en bloed. Aldus werden de waterlinies geboren.
Verborgen en toch zichtbaar
Onze waterlinies zijn de laatste jaren steeds meer in de belangstelling komen te staan. De Stelling van Amsterdam is reeds UNESCO Werelderfgoed, de Nieuwe Hollandse Waterlinie is goed op weg om hetzelfde keurmerk te krijgen en de Staats-Spaanse Linies en Zuiderwaterlinie beginnen nu ook ontdekt te worden. Instellingen als de Stichting Liniebreed Ondernemen dragen hier in hoge mate aan bij. Persoonlijk vind ik vooral de manier waarop de waterlinies zowel als complexe netwerken onopvallend – bijna onschuldig – geïntegreerd zijn in ons dagelijkse landschap, alsook individuele elementen bieden die als bakens in de leefomgeving oplichten, bijzonder intrigerend. Op het moment dat je een topografische kaart van Nederland pakt en het eerste fort zich verraadt door haar geometrische plattegrond, kan het bijna niet anders of je oog wordt getrokken door het volgende vestingwerk – wellicht iets meer ‘geërodeerd’ door eeuwenlange landschappelijke vooruitgang, of zelfs grotendeels opgenomen in de structuur van een uitbreidende grote stad.
En dan ga je het zien: sluizen, dijken en kanalen verbinden sommige forten met elkaar en vormen één geheel. Door mensenhanden gemaakt, maar ontegenzeggelijk integraal deel van de huidige leefomgeving. Landschappelijke inpassing avant la lettre. Hoewel er natuurlijk grote voldoening schuilt in het zorgvuldig bestuderen van kaartmateriaal (iets waar ik zelf een groot fan van ben, zeker als ik daarna ook kaarten kan gaan maken om bijzonderheden uit te lichten), is het natuurlijk nog vele malen indrukwekkender als je jezelf onderdompelt in dat strategische landschap. Kortom, zoals de grondtroepen zouden zeggen, met boots on the ground. Vogelperspectief is één ding, maar deze strijd wordt gestreden met zand, klei, veen, beton, klinkers, asfalt en natuurlijk water. Maar hoe navigeer je als nieuwbakken recreatieloper of wandelveteraan te midden van al dat landschappelijk geweld? Wel, met de briefings van Rutger Burgers en Rob Wolfs biedt de wandelgids “Lopen langs linies” de oplossing.

Voorbereid op pad
De heren Burgers en Wolfs zijn geen onbekenden voor wandelingminnend Nederland. Als ervaren routemakers toont hun ervaring en enthousiasme zich in menig pad binnen de knooppuntnetwerken die ons land rijk is. Het was hun visie om het thema ‘waterlinies in Nederland’ beter beleefbaar te maken voor de wandelliefhebber, iets wat wij bij Rubicon Erfgoed alleen maar kunnen toejuichen: erfgoedbeleving én heerlijk wandelen tezamen? Klinkt als een perfecte combinatie! Vers van de pers is daar dan ook hun wandelgids, “Lopen langs linies”. Strategisch hoofdkwartier voor dit boek vormt de Arnhemse uitgeverij Gegarandeerd Onregelmatig, een naam die resoneert met mijn eigen kijk op het leven. Deze uitgeverij heeft reeds tientallen wandelgidsen op haar naam staan, een oeuvre waarvoor zij de Gouden Wandelschoen mocht ontvangen. Een waardig thuis voor een erfgoedgerelateerd wandelwerk.
“Lopen langs linies” zet al gelijk de toon wat betreft degelijkheid, door zowel een informatieve uitklapbare voor- en achterflap te hebben. Biedt laatstgenoemde een ‘linielexicon’ met begrippen uit het vestingswerkenjargon die in de gids zelf dikgedrukt en onderstreept zijn, de voorflap toont een overzicht van de dertien wandelingen en de negen waterlinies die in de 128 pagina’s worden behandeld. Uiteraard kan het gebruik hierbij van niet één, maar zelfs twee kaarten alleen maar op mijn goedkeuring rekenen: eentje met de wandelingen visueel verspreid over het land, de andere met de aangehaalde waterlinies in redelijk detail weergegeven. We noemen de linies in kwestie even op dit punt, met het aantal wandelingen per linie tussen haakjes erachter: Staats-Spaanse Linies (1), Zuiderwaterlinie (2), Oude Hollandse Waterlinie (1), Nieuwe Hollandse Waterlinie (3), Grebbelinie (2), Stelling van Amsterdam (1), IJssellinie (1), Stelling van Den Helder (1) en de Eerste Linie van de Eems (1). Zeker bij die laatste zal je waarschijnlijk niet gelijk weten waar het om gaat. En als ik Bourtange noem? Ah, ja!
Negen linies, dertien wandelingen
Zoals gezegd biedt “Lopen langs linies” een dertiental wandelingen doorheen het land, waarbij enkel de provincies, Drenthe, Friesland en Limburg buiten de boot vallen. Niet geheel verrassend wellicht, maar toch waard om even te noemen: immers, de Friese Waterlinie (1580 tot circa 1700) bestaat ook wel degelijk. En ook al is deze in Fryslân zelf nog niet zo bekend, in het Waterliniemuseum in Fort bij Vechten staat deze wel degelijk aangegeven. Maar ach, de Eerste Linie van de Eems uit de gids is in het museum weer niet opgenomen en de Atlantikwall, die door vele websites onder het kopje ‘waterlinies’ wordt geschaard (maar het toch echt niet is, want ook al klopt de term ‘linie’ wel, het kenmerkende waterlinieprincipe van inundatie speelde daar aan de kust niet), komt in noch museum noch gids voor. Op de kaart hieronder, van Stichting Liniebreed Ondernemen, zijn de waterlinies te zien inclusief Friese Waterlinie en het roodharige stiefkind Atlantikwall.

Het zwaartepunt van de “Lopen langs linies” ligt, zoals eveneens mocht worden verwacht, in het centrale deel van Nederland. In en op de grenzen van Utrecht, Zuid-Holland en Gelderland vinden we meer dan de helft van de beschreven wandelingen. Dat houdt ook in dat er in die regio meerdere tochten gecombineerd kunnen worden, mocht u nog niet afgepeigerd zijn na de eerste 10-12 km. Voor een thematisch wandelweekend of zelfs een langere vakantie in eigen land is dat zeker een overweging waard. Hoewel er zonder twijfel meer wandelingen mogelijk zijn, zeker binnen enkele van de meer uitgebreide waterlinies, biedt de selectie die de auteurs hebben gemaakt voor elk wat wils en is het een pluim waard dat niet enkel is gekozen voor de meer bekende netwerken. Dat maakt ook dat de gebruiker niet alleen in het Utrechts-Gelders rivierengebied zal wandelen, wat de landschapsvariatie ten goede komt.
De dertien wandelingen tezamen geven mogelijkheden voor tochten tussen de 8 en 20 km, met een gemiddelde lengte van 12,6 km en een totale afstand van 164 km. Met een gemiddeld wandeltempo van 4-5 km/u in gedachten kan je vrij gauw uitrekenen hoeveel tijd je ongeveer moet inruimen voor een wandeling (vergeet de pauze’s en fotomomentjes niet!). Interessant is dat men bij drie van de wandelingen heeft gekozen voor een lijnwandelingen, naast de gebruikelijke rondwandelingen. Twee hiervan, de routes Amersfoort-Scherpenzeel en Scherpenzeel-De Klomp, liggen allebei in de Grebbelinie en zouden ook aansluitend gewandeld kunnen worden. Bij een lijnwandeling is het natuurlijk essentieel om te bedenken dat begin- en eindpunt van elkaar verschillen, wat betekent dat je op de één of andere manier weer bij je beginpunt moet geraken (als daar je fiets of auto staat bijvoorbeeld), ofwel in elk geval nabij openbaar vervoer moet zitten. Burgers en Wolfs hebben daarmee zeker rekening gehouden, dus wees niet bevreesd om een dergelijke wandeling eens te proberen (dit zeg ik nu ook tegen mezelf): op de tweede pagina van de intro bij elke wandeling staat een informatiekolom met daarin de aspecten lengte, start- en eindpunt, parkeren, openbaar vervoer, eten & drinken, honden en tip. Ideaal om in één oogopslag te zien wat de randvoorwaarden van de route zijn.
Van knooppunt naar knooppunt
Wat ook heel fijn is aan de gids, zeker daar waar het langere routes betreft, is dat elke wandeling op de eerste pagina van de intro is samengevat op een dusdanige manier dat je de route bijna alleen hierop zou kunnen lopen. In die zin zorgt de daaropvolgende routebeschrijving vooral voor detaillering en achtergrond. Die detaillering vindt allereerst plaats middels het weergeven van de betreffende route, al dan niet in delen, op de topografische kaart 1:25.000, de TOP25. Dit heeft zowel voor- als nadelen ten opzichte van het gebruik van de Open Topo, welke ik zelf tegenwoordig gebruik in plaats van de TOP25 voor o.a. archeologische bureauonderzoeken: laatstgenoemde biedt aanzienlijk meer straatnamen en op een bepaald zoomniveau zelfs huisnummers, maar de TOP25 geeft dan weer toponiemen van bijvoorbeeld polders en erven, alsook een beter beeld van grondgebruik. Voor een wandelgids kan ik me dan ook voorstellen dat men voor de ‘klassieke’ topografische kaart heeft gekozen, omdat de tochten toch veelal door het buitengebied voeren en niet door dichtbebouwd gebied.
De routebeschrijvingen zelf zijn helder qua richting en afstanden, zijn gekoppeld aan de kaarten met behulp van genummerde tracédelen, geven bij tijd en wijle enkele straatnamen of markante oriëntatiepunten en maken gebruik van het bekende knooppuntennetwerk. Daarmee is het nagenoeg onmogelijk om bij daglicht te verdwalen, ook zonder eigen digitale navigatie op zak. Daarnaast wordt een lopende routebeschrijving niet onderbroken door de informatieve kaderteksten, die door afwijkende kleurstelling opvallen zonder af te leiden van de hoofdtekst. In de kaders worden bepaalde elementen die je tijdens een wandeling tegenkomt, zoals een fort of sluis, nader toegelicht. De illustraties waar de gids mee is doorspekt, naast de topografische kaarten, passen meestal goed bij de kaderteksten en geven een eigen sfeer aan elke wandeling. Echter, het grote geheel wordt evenmin vergeten: elke waterlinie wordt ingeleid met twee pagina’s achtergrondinformatie. Per linie is een kleur gekozen, die de achtergrond visueel samenvoegt met de intro en kaderteksten van elke wandeling, alsook met de twee kaarten in de uitvouwbare voorflap van de gids. Persoonlijk had ik het fijn gevonden als elke pagina aan de buitenzijde ook nog een ‘lipje’ in die kleur had gehad, om bij snel bladeren gauw een bepaalde linie te vinden, maar misschien was dat net iets te druk geworden in een reeds kleurig geheel. Desalniettemin is door “Lopen langs linies” uitstekend te navigeren, ook tijdens het lopen.
Aan de wandel!
Twee jaar geleden deed Marloes ons voor mijn verjaardag een tweetal overnachtingen cadeau in Werk aan de Korte Uitweg, een prachtig natuurkampeerterrein en prima pleisterplaats voor wandelaars en fietsers bij Tull en ’t Waal in de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Bij de eerste bladeractie door onze nieuwe wandelgids herkenden we WKU dan ook gelijk in wandeling 5, wat erg leuk was. Die specifieke route hebben we destijds ook grotendeels gelopen, als onderdeel van onze voorbereiding voor de backpackvakantie in Noordoost-Schotland en Orkney.
Heeft u na het lezen van deze bijdrage ook zin gekregen om de wandelschoenen aan te trekken en erop uit te gaan in één van onze prachtige linielandschappen? “Lopen langs linies” is verkrijgbaar via de website van Gegarandeerd Onregelmatig voor de bescheiden prijs van € 14,95. Wij zijn met de gids in hand nog aan het twijfelen over onze volgende wandeling. Willemstad eerst? Of toch Nieuwpoort? Hm…
Burgers, R. & R. Wolfs, 2018. Lopen langs linies. 13 dagtochten van 8 tot 20 km langs verdedigingswerken in een strategisch landschap. Arnhem.
#Gelezen #Monumentaalerfgoed #Militairerfgoed #Erfgoedbewustwording