top of page
Zoeken
  • Harry Pape-Luijten

Rondleiding door de Koepel van Breda


Inleiding

In een vorige bijdrage vertelde ik over het architectonische principe van het panopticum en hoe dit tot uitdrukking kwam in de voor Nederland unieke, monumentale architectuur van Johan Frederik Metzelaar en zijn zoon Willem Cornelis: de koepelgevangenissen van Breda, Arnhem en Haarlem.

Tijdens de Open Monumentendagen, die dit jaar op 12 en 13 september vielen, waren er vele markante gebouwen opengesteld voor het publiek. Eentje hiervan was de koepelgevangenis in Breda. Als addendum op mijn eerdere bijdrage wil ik jullie nu dan ook meenemen naar het interieur van Penitentiaire Inrichting (PI) De Boschpoort, ook bekend als De Koepel.

Rondleiding

Onze rondleider was een voormalige werkmeester van De Koepel, die 25 jaar aan inzichten met ons kon delen. Hij vertelde ons over de oude waterkelder, die op een gegeven moment werd omgebouwd tot fitnessruimtes. Hij nam ons mee in de cellen, die sinds het einde van de 19e eeuw wel wat meer faciliteiten hadden gekregen (eerst mocht men het doen met een brits, een tafeltje en een stoel), maar nog steeds niet bepaald een open uitstraling hadden.

Ook liet de werkmeester onze blikken naar boven gaan, naar een bijzonder architectonisch detail met een opvoedkundig thema, waarvan hij stelde dat de meeste gevangenen hier waarschijnlijk nooit notie van hadden genomen wegens de schijnwerpers waar het achter verscholen is: een rode lotusbloem in de nok van de koepel (bron foto: Rubicon Erfgoed).

Het idee hierachter is dat de lotus zich ontvouwt en vernieuwt, net als de gevangenen tijdens hun verblijf in De Koepel. De lotus zit ogenschijnlijk onbereikbaar bovenin het hemelgewelf genesteld, maar is toch verbonden met de aarde middels de ribben en platen van de koepel (7 ribben in de glaskoepel, 14 platen met vensters en 28 hoofdribben in de koepelconstructie).

Opgave tot herbestemming: wie biedt?

De rondleiding door De Koepel gaf weer stof tot nadenken voor velen, daar waar het ging over de herbestemming van dit monument en haar twee zusters in Arnhem en Haarlem. Dat wat ik in mijn eerdere bijdrage al opperde bleek ook bij anderen te spelen.

De cellen lenen zich bijvoorbeeld voor het herbergen van kleine werkruimtes of ateliers, met het centrale plein als ontmoetings-, vergader- en brainstormplek. Daarmee combineer je openheid en social bonding met (inspirerende) afzondering voor het individuele werk. Cellen zouden ook dienst kunnen doen als besloten mini-kunstgalerijen, waar werken heel gefocust en in stilte bekeken kunnen worden. De kunst gaat zijn om het verstikkende gevangenisimago te transformeren naar eentje van 'quiet contemplation', door gebruik te maken van de fantastische architectuur van deze bijzondere gebouwen.

Ik ben benieuwd naar wat lezers in gedachten hebben voor deze monumenten. De ruimte is er, veel voorzieningen ook. Om nog maar te zwijgen van de fenomenale uitstraling. Maar je bent tevens gebonden aan die unieke structuur, aan de relatief kleine cellen en de niet-optimale akoestiek. Wat zou je realistisch gezien voor nieuwe functies kunnen onderbrengen in deze gebouwen? Laat het ons weten!

33 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page