top of page
Zoeken
  • Harry Pape-Luijten

De koepelgevangenissen en het panopticum


Inleiding

Monumentale architectuur staat vaak in relatie tot machtsstructuren en het uitdragen, dan wel behouden of versterken daarvan. Gebouwen zoals kasteel Duurstede of het Muiderslot zijn bijvoorbeeld op dusdanige wijze ontworpen dat ze potentiële aanvallers af moesten schrikken, ofwel de mogelijkheden verschaffen aan verdedigers om een daadwerkelijke aanval af te slaan. Daarnaast gaven ze de macht en rijkdom van hun bouwers aan in niet mis te verstane bewoordingen. Stadspoorten ‘werkten’ gelijkaardig, maar in plaats van vooral te verwijzen naar een enkele familie of individu, toonden ze bezoekers en handelaren de grootsheid van de stad die ze binnentrokken. De Koppelpoort in Amersfoort is hier een mooi voorbeeld van (overigens een 14e-15e-eeuwse poort die eind 19e eeuw door Cuypers werd gerestaureerd, waarbij o.a. kantelen werden toegevoegd).

De tijd waarin adellijke families, heren en bisschoppen heersten is ondertussen voorbijgegaan. In de afgelopen eeuwen zijn in de plaats daarvan lokale, regionale en nationale overheden gekomen. En hoewel je het wellicht geen ‘heersen’ meer kunt noemen, zijn er wel degelijk nieuwe machtsstructuren ontstaan met betrekking tot de overheid waarin monumentale architectuur een nieuwe rol is gaan spelen. Een mooi voorbeeld daarvan is te vinden in wat je disciplinaire architectuur zou kunnen noemen: bouwwerken bedoeld om mensen op te voeden, te vormen en te verbeteren. Scholen zijn hier een uiting van, net als psychiatrische inrichtingen… en gevangenissen.

Panopticum

Tegen het einde van de 18e eeuw kreeg de Britse filosoof en sociaal theoreticus Jeremy Bentham het idee voor een bijzonder soort gevangenis, gebaseerd op het principe van het panopticum: vrij vertaald ‘alziend’. Bentham’s visie was van een circulair gebouw, waar alle gedetineerden hun cellen hadden in de omloop van de structuur en waar een klein aantal cipiers in het midden van de cirkel een uitkijktoren hadden vanwaar ze de wanden met cellen in de gaten konden houden. Bentham zag zelf voor zich dat de cellen de gehele dikte van de wand innamen en aan beide zijden van glas waren voorzien, terwijl de bewakers in de centrale toren door middel van onder andere jaloezieën onttrokken zouden worden aan het zicht.

Het achterliggende idee was dat de gevangenen in zekere mate geïsoleerd werden en hun bewakers niet konden zien, terwijl de bewakers hen juist allemaal konden zien als ze dat willen. Sterker nog, omdat de gevangenen nooit konden weten of ze bekeken werden of niet, zouden ze zich vanzelf beter gaan gedragen in een vorm van zelfbewaking én zouden er minder (vaak) bewakers nodig zijn. Bentham presenteerde zijn idee dan ook als de ideale combinatie tussen heropvoeding en kostenefficiency.

Een echte gevangenis helemaal volgens het panopticum-principe van Bentham is nooit uitgevoerd, omdat het met de beschikbare technologie destijds in de 18e eeuw niet mogelijk was om het ‘wel zien, maar niet gezien worden’-idee helemaal goed uit te werken. De enige hedendaagse structuur dat deels volgens het panopticum is gebouwd is het F-House binnen het Stateville Correctional Center in Joliet, Illinois (VS). Een kopie hiervan werd in de jaren ’30 van de vorige eeuw gebouwd op Cuba: de Presidio Modelo (letterlijk: modelgevangenis) op Cuba, waar ook Fidel Castro nog vast heeft gezeten. Nu een verlaten ruïne, maar zoals de foto hieronder (bron: roughguides.com) laat zien moet dit imposante complex het originele principe nog het beste hebben belichaamd.

In latere eeuwen kreeg het panopticum-principe veel kritiek, vanwege de onderdrukkende functie van de architectuur en de ogenschijnlijke ‘ontmenselijking’ van de achterliggende gedachte. Hoewel Bentham het panopticum zelf een rationeel, verlicht concept achtte en het in essentie het disciplineren van mensen in educatie, zorg en gevangenzetting volgde vanuit de opkomst van het kapitalisme en de industrialisatie in de 18e eeuw, werden in de 20e eeuw gauw verbanden gelegd met George Orwell’s 1984 en Big Brother. Desalniettemin zijn gevangenissen altijd noodzakelijk gebleven en doen voorbeelden nog altijd volgen, zoals in het Nederland van de 19e eeuw.

De koepels van de Metzelaars

Johan Frederik Metzelaar (1818-1897) begon zijn werkzaam leven als timmermansleerling, maar het waren de tekenlessen die hij daarnaast volgde die hem in 1870 uiteindelijk zouden brengen tot "hoofdingenieur der gevangenissen en rechtsgebouwen bij het Departement van Justitie”. In die hoedanigheid ontwierp Metzelaar een aanzienlijk aantal gevangenissen en (kanton)gerechtsgebouwen. Zijn bekendste werk, waarmee hij ook internationaal bekend werd, is de koepelgevangenis. Gebouwd in de geest van het panopticum ontwierp Metzelaar een circulair gebouw met cellen in de wanden en een groot, open plein vanaf waar die cellen gadegeslagen konden worden. Hier niet een centrale toren, noch volledig zichtbare gedetineerden, maar het basisidee bleef.

Johan Metzelaar bouwde tussen 1882 en 1886 een tweetal koepelgevangenissen, welke aan de Nassausingel 26 in Breda en de Wilhelminastraat 16 in Arnhem staan. Beide complexen worden gekenmerkt door een grote koepel en een ingang geflankeerd door twee kasteeltorens. Zoals de foto van de koepel bovenaan deze bijdrage laat zien is het een imposant werk, dat met recht monumentale (machts)architectuur mag worden genoemd. Overigens ontwierp Metzelaar ook het neorenaissance gerechtsgebouw van Breda, aan de Kloosterlaan 170-172. De appel viel bij Metzelaar niet ver van de boom: zijn zoon Willem Cornelis (1849-1912) assisteerde hem bij de koepel van Breda en bouwde tussen 1899 en 1901 zijn eigen koepelgevangenis aan de Harmenjansweg 4 te Haarlem, toen hij zijn vader had opgevolgd. Daarmee kan Nederland bogen op drie prachtige koepels van de Metzelaars.

En wat is de status van deze staaltjes gerechtelijk gebouwd erfgoed? Wel, door een combinatie van overcapaciteit aan cellen en bezuinigingen bij justitie staan alle drie de rijksmonumentale koepels op de rol om verkocht te worden. Opvang van gedetineerden in Breda is al sinds 2014 gestopt, die van Arnhem staat sinds afgelopen vrijdag te koop en de andere twee sluiten volgend jaar. De vraag is natuurlijk wat er dan gaat en kan gebeuren met deze kenmerkende gebouwen, in het licht van herbestemming - ook tijdelijk wellicht, mochten het in afwachting van een passende nieuwe functie ‘pauzelandschappen’ worden. Niet alleen gaat het om enorme complexen, maar deze hebben toch ook een beladen verleden: zowel om wie er in opgesloten zijn, alsook om wie er al die jaren hebben gewerkt. Alle drie de opgaves zijn actueel, men is er tot in de lokale politiek al mee bezig en ik kan me niet voorstellen dat er geen kansen in overvloed zijn, want persoonlijk vind ik het onderzoeksoordeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen dat de gebouwen enkel te gebruiken zouden zijn als gevangenis een schoolvoorbeeld van niet verder kijken dan De Neus lang is. De cellen lenen zich bijvoorbeeld voor het herbergen van kleine werkruimtes of ateliers, met het centrale plein als ontmoetings-, vergader- en brainstormplek. Daarmee combineer je openheid en social bonding met (inspirerende) afzondering voor het individuele werk. Cellen zouden ook dienst kunnen doen als besloten mini-kunstgalerijen, waar werken heel gefocust en in stilte bekeken kunnen worden. De kunst gaat zijn om het verstikkende gevangenisimago te transformeren naar eentje van quiet contemplation, door gebruik te maken van de fantastische architectuur van deze bijzondere gebouwen.

---

P.S. Hopelijk volgt volgende maand een addendum op deze bijdrage, met foto’s vanuit de koepelgevangenis in Breda tijdens de Open Monumentendag!

P.P.S. Het panopticum blijft een inspiratiebron, ook voor Hollywood. Wie Guardians of the Galaxy heeft gezien, weet nu waar de Kyln-gevangenis in de film op is gebaseerd. Kijk de clip.

#Monumentaalerfgoed

311 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page